Veel voorkomende misverstanden over afval
“Mijn inzamelaar doet niet zo moeilijk en neemt het afval altijd mee”
Een veel voorkomend misverstand is dat bedrijven die zich van hun afvalstoffen ontdoen, denken dat wanneer het afval door de inzamelaar is ingeladen de dienstverlener ook de verantwoordelijkheid voor het afval overneemt. Niets is echter minder waar.
Als ontdoener blijft u ook tijdens het transport verantwoordelijk voor uw eigen afvalstoffen.
Een coulante en flexibele opstelling van uw dienstverlener om de door u aangeboden afvalstoffen in te laden terwijl bijvoorbeeld de verpakkingen niet in orde zijn, is dus eigenlijk een “sigaar uit eigen doos” en daarmee geheel voor uw eigen risico.
Als het voertuig vervolgens betrokken raakt bij een incident of ongeval of wordt aangehouden voor een algehele controle door de KLPD kan dit voor uw bedrijf een forse boete opleveren. En wanneer uw nalatigheid direct of indirect het incident of ongeval heeft veroorzaakt (bijvoorbeeld door een lekkende verpakking met als gevolg een oliespoor op de openbare weg) dan kan dit zelfs consequenties hebben voor uw verzekering. Laat u niet “matsen” maar neem uw verantwoordelijkheid en voorkom vervelende situaties.
“Ik breng mijn gevaarlijke afvalstoffen altijd netjes naar het gemeentelijkdepot”
Vooral bij de zeer kleine bedrijven komt slechts beperkt gevaarlijk afval vrij. De milieubewuste ondernemer neemt hiervoor toch zijn verantwoordelijkheid en voert deze afvalstoffen daarom met regelmaat en in kleine hoeveelheden, netjes af naar het locale gemeentelijkedepot.
Toch is dit zeker niet altijd zondermeer toegestaan. Gemeentelijkedepots zijn opgericht vanuit de zorgplicht van gemeenten en oorspronkelijk bedoeld voor de (gevaarlijke)afvalstoffen van haar inwoners.
Diverse gemeentelijkedepots beschikken daarom niet over een toereikende milieuvergunning en mogen daarom alleen afvalstoffen van burgers/particulieren accepteren.
Als eigenaar van gevaarlijke afvalstoffen die bedrijfsmatig vrijkomen bent u in ieder geval verplicht deze afvalstoffen af te geven aan een organisatie in het bezit van een daarvoor toereikende milieuvergunning, bijvoorbeeld een (vergunde) inzamelaar. Na afgifte van uwafvalstoffen ontvangt u dan een document waarmee u vervolgens de afgifte van uw afvalstoffen kunt aantonen.
“De afvalbedrijven zijn er toch om het afval te scheiden?”
Door innovatie zijn nieuwe technieken ontwikkeld waardoor wij tegenwoordig in staat zijn om afvalstoffen steeds beter te kunnen scheiden. Deze technieken zijn echter bedoeld om binnen gelijksoortige afvalstoffen een extra verdiepingslag te maken waardoor de afvalstroom in meerdere deelstromen met verschillende kwaliteiten uiteenvalt. Afhankelijk van deze kwaliteiten kunnen de deelstromen bijvoorbeeld weer worden gebruikt als grondstof voor nieuwe producten.
Maar de beste scheiding is het gescheiden houden bij de bron. Bedrijven zijn daarom verplicht om bepaalde afvalstoffen die vrijkomen bij de werkzaamheden van hun bedrijf ook gescheiden af te voeren zoals bijvoorbeeld papier en karton en de verschillende categorieën gevaarlijk afval. Terwijl voor andere afvalstoffen een richtlijn van toepassing is waarbij de hoeveelheden waarin deze afvalstoffen vrijkomen bepalend zijn voor het redelijkerwijs gescheiden houden van deze afvalstoffen. Hierbij moet u denken aan houtafval, metaalafval, glasafval en puin. Het gaat eigenlijk om gevaarlijke afvalstoffen en afvalstoffen die in hun meest pure vorm prima geschikt zijn voor recycling of hergebruik.
“De gevaarlijke afvalstoffen zitten bij ons in gesloten verpakkingen: er kan dus niets gebeuren”
De opslag van gevaarlijke afvalstoffen is aan strenge regels gebonden.
Behalve dat gevaarlijke afvalstoffen altijd in een gesloten verpakkingen moet worden opgeslagen gelden er ook voorschriften voor de wijze van opslag. Zo mogen bijvoorbeeld (zeer) licht ontvlambare vloeistoffen niet naast oxiderende, giftige en corrosieve/bijtende stoffen worden opgeslagen en gelden er ook nog andere zogenaamde “onverenigbare combinaties”.
Verder dient de verpakking geschikt te zijn voor de betreffende afvalstof (verpakkingsgroep I,II,III) en voorzien van een X-,Y- of Z-keur.
Ook moet op de verpakking een geldig UN-keurmerk zijn aangebracht en moet de verpakking worden voorzien van het juiste gevarenetiket volgens de voorschriften van het ADR.
Tot slot wordt er ook nog onderscheid gemaakt tussen werkvoorraad en opslag. Voorschriften hieromtrent worden meestal opgelegd in de milieuvergunning van een bedrijf of door de arbeidsinspectie maar zijn ook terug te vinden in de PGS15.
Het veilig opslaan van gevaarlijke afvalstoffen gaat dus verder dan alleen een gesloten verpakking.
Neem daarom bij twijfel geen risico en laat u informeren.
Wij helpen u graag verder.